■ Bellen
Selecteer
Menu
>
Instellingen
>
Oproepen
en een van de volgende
opties:
Doorschakelen
— om inkomende oproepen door te schakelen
(netwerkdienst). De functies voor het doorschakelen en blokkeren van
oproepen kunnen niet tegelijkertijd actief zijn. Zie
Oproepen blokkeren
in Beveiliging op pagina 85.
Opnemen met willekeurige toets
>
Aan
— om een inkomende oproep te
beantwoorden door kort op een willekeurige toets te drukken, met
uitzondering van de linker- en rechterselectietoets en de toets Einde.
I n s t e l l i n g e n
81
Beantwoorden bij openen telefoon
>
Aan
— om een oproep te
beantwoorden door de telefoon te openen. Als de instelling is
uitgeschakeld, moet u na het openen van de telefoon de beltoets
indrukken.
Automatisch opnieuw kiezen
>
Aan
— om maximaal tien pogingen te
doen om de verbinding tot stand te brengen na een mislukte
oproeppoging.
Snelkeuze
>
Aan
en de namen en telefoonnummers die zijn toegewezen
aan de
snelkeuzetoetsen 2 tot 9. Als u een nummer wilt kiezen, houdt u de
bijbehorende cijfertoets ingedrukt.
Wachtfunctieopties
>
Activeer
om het netwerk een melding te laten
genereren als er een nieuwe oproep binnenkomt terwijl u een gesprek
voert (netwerkdienst). Zie Wachtfunctie op pagina 30.
Samenvatting na oproep
>
Aan
— om de telefoon na elk gesprek kort de
duur en de kosten van het gesprek te laten weergeven (netwerkdienst).
Identificatie verzenden
>
Ja
— om in te stellen dat uw telefoonnummer
wordt weergegeven voor degene naar wie u belt (netwerkdienst).
Selecteer
Netwerkinstelling
als u de instelling wilt gebruiken die u bent
overeengekomen met uw netwerkoperator.